CTO/ETO
Wanneer gesproken wordt over klantspecifieke aanpassingen aan producten komt al snel CTO en ETO ter sprake:Configure-to-order en Engineer-to-order.
In het volgende bekijken we een aantal kenmerken van deze begrippen en de betekenis voor de bedrijfsvoering.
De huidige situatie binnen een bedrijf kan hiermee op een relatief eenvoudige manier in kaart gebracht worden.
In het volgende bekijken we een aantal kenmerken van deze begrippen en de betekenis voor de bedrijfsvoering.
De huidige situatie binnen een bedrijf kan hiermee op een relatief eenvoudige manier in kaart gebracht worden.
Orderprocessen
Een bekende onderverdeling van hoofdtypes orderprocessen in de maakindustrie wordt bepaald door het moment waarop de activiteiten in het proces afhankelijk worden van de kenmerken van 1 specifieke klantorder.
Dit moment wordt ook wel het klantorder ontkoppelpunt (KOOP) genoemd. Naarmate dit punt verder stroomafwaarts ligt kan een groter deel van al het werk uitgevoerd worden zonder rekening te houden met die kenmerken.
" Die aanpassing stelt toch niet zoveel voor "
Van ETO naar CTOZoals gezegd is het meestal wenselijk om het 'KOOP' punt verder stroomafwaarts te leggen, ofwel simpel gezegd: om een zo groot mogelijk deel van de orders in plaats van ETO als CTO te kunnen verweken. Een dergelijke verschuiving heeft veel voordelen zoals onder meer
*Voorbeeld Soms is het nodig om niet renderende top-of-the-range producten aan te bieden om de overige productlijnen te kunnen verkopen.
Keuzes.Nadat de snapshot helder is kan (opnieuw) kritisch bezien worden hoe deze verdeling aansluit bij de huidige of toekomstige markt. Hierbij moet wel steeds onderscheid gemaakt worden tussen tegemoet willen komen aan
Voorbeeld Een CTO-achtige opzet voor een behuizing met veel verschillende afmetingen uit plaatmateriaal vraagt om een (semi-)geautomatiseerde positionering/lasmal.
|
CTO vs. ETODe orderprocessen met een stroomafwaarts gelegen 'KOOP' zoals MTO en ATO zijn in principe wenselijk voor gestandaardiseerde processen. Echter zal voor de meeste bedrijven in de 'LPM arena' vooral CTO en ETO relevant zijn, met o.m. de volgende verschillen:
*Voorbeeld Bij een klantspecifieke aanpassing op de bedrading van een vloeistofpomp zullen de meeste combinaties van componenten/modules nog steeds bekend zijn; bij een aanpassing aan het vermogen/de diameter zal dat veel minder het geval zijn.
" We willen eigenlijk meer aan innovatie doen "
CTO/ETO-bedrijfsprofielVoor het definiëren van zo'n strategische visie of het benchmarken t.o.v. concurrenten kan het zinvol zijn een 'snapshot' te maken van de bestaande verdeling tussen CTO en ETO. Dat kan als volgt:
- gemiddelde verkoopprijs - gemiddeld aandeel van de prijs t.g.v. klantspecifieke wensen
In eerste instantie wordt hier alleen gekeken naar de opbrengstenkant (verkoopprijzen); uiteraard moet hier later nog de kostenkant tegenover gezet worden, maar dit zal een speciale aanpak vereisen. |
7 Richting gevende vragen
Voor het evalueren van de wenselijke CTO/ETO mix voor de verschillende productlijnen kunnen de volgende vragen richting geven:
Het beantwoorden van deze vragen leidt tot een aantal mogelijke initiatieven om de product mix aan te gaan pakken. Om te voorkomen dat dit losstaande projecten worden die op den duur geen samenhangend geheel opleveren is het nodig een aantal fundamentele stappen te doorlopen. Hiermee komen we bij de kern van de LPM aanpak. En dat begint met een ogenschijnlijk simpele stap die we echter niet over mogen slaan: Benamingen.